Moeke

“Harlingen heeft een moeke-cultuur.” Het was de opmerkelijke conclusie van een gesprek dat ik voerde met iemand op het stadhuis. We hadden het over de havens en de Rolling Stones en wat er nu toch zo bijzonder was aan Harlingen en toen viel ineens het M-woord. In deze stad is de vrouw de baas. Niet iedere vrouw. Moeke. Daar had ik nooit bij stilgestaan. Dacht altijd dat hier de ouwe seunen het voor het zeggen hadden. Of desnoods de burgemeester. But not.

Is moeke de baas? Die mening wordt bevestigd door een andere ouwe seun, die mij ooit nog eens bij de nekharen uit de Stube heeft gebanjerd. Volkomen ten onrechte natuurlijk. U kent hem wel. Feyenoorder, loopt al jaren door de stad, kan heel aardig zingen en heeft een originele kijk op het leven, op Harlingen en dus ook wel op moekes. “Moeke was de baas bij ons. Er was maar één baas thuis, en die regeerde met harde hand. Mijn vader was altijd weg, aan het werk en kwam pas ’s avonds langs als het eten klaar stond. In het weekend ging ie naar de kroeg, maar was wel precies op tijd terug. Anders kon die wat beleven. Moeke he?”

Latino’s hebben Mama mia en wij hebben moeke. Daarmee lijken we wel wat op al die mediterrane landen, die hun moeder een centrale plaats toekennen. Een matriarchale samenleving. Dat maakt Harlingen tot een stukje Italië aan de Waddenzee. Vind ik wel weer een zonnig perspectief.

In de publieke ruimte valt die vrouwenverering wel tegen. Ik loop door de stad en kijk naar de beelden van onze helden. Het zijn allemaal kerels. Caspar natuurlijk, maar ook Anton en Joris en Michael, Tjerk, Hotze, it Jonkje en de tobbedanser. Zelfs de leeuwen bij de leeuwenbrug – ik noem ze de vier leo’s – zien er mannelijk uit. In de buitenwijken zijn helemaal geen beelden te bespeuren. De Spiker, het Oosterpark en Plan Zuid, ze zijn beeldloos. Ik denk dat ze alleen in de binnenstad van kunst houden.

In Harlingen is maar één vrouw in brons gegoten en die zit op de Lanen. Daar zat ze vroeger ook, te midden van haar handel, die ze op straat verkocht. Geertruida de Jager-Douma – Walle Geertsje voor haar vrienden – is de moeke van alle Harlingers. En daarom heeft ze een beeld. Maar heel goed zorgen we niet voor haar. Want Walle zit onder de vogelpoep. Vergelijk dat eens met Hotze, die deze week een erekrans om de nek heeft hangen. Moesten we daar nu niet eens iets aan doen?